Joris Luyendijk schrijft in Trouw(2015) over: “Het amorele systeem waarin wij leven“. Hiervoor had hij vele bankiers in het financiële hart van Londen geïnterviewd. Hij concludeerde dat het banksysteem zijn werknemers omtovert tot amorele bankiers. Na het verschijnen van het artikel in Trouw hoort Joris Luyendijk hier in Nederland hetzelfde geluid. En niet alleen bij de banken.
"Wat u beschrijft, gebeurt bij ons ook. De bezieling is verbannen uit ons werk, de waarde ervan gaat verloren, alles wat overblijft zijn meetbare doelen, cijfers, rendementen, targets."
Hier maakt hij een onderscheid tussen amoreel en immoreel. Bij amoreel gedrag houd je je aan de regels, maar is ethisch niet verantwoord. Het mag nog steeds wat je doet, maar je wijkt af van het HART van de organisatie. Het is harteloos wat je doet. Bijvoorbeeld de CEO krijgt een enorme bonus, omdat dit afgesproken is. Terwijl het bedrijf een enorm bedrag aan staatssteun heeft gekregen van de overheid.
Bij immoreel gedrag ga je een stap verder, je overtreedt willens en wetens de regels. Bijvoorbeeld in de directie krijgt iedereen een bonus aan het einde van het jaar, terwijl ze de afgesproken prestatiedoelen niet hebben gehaald.
Dit gaat over organisatiesystemen en organisatieculturen, waarbij kille doelstellingen bepalend zijn. Het ethisch besef is amoreel. Er is een gebrek aan menselijk maatstaven met als gevolg dat medewerkers noodgedwongen hun oorspronkelijke passie en bezieling voor hun vak in de ijskast moeten stoppen, willen ze daar nog een baan hebben.
Joris Luyendijk: “Ik ontmoet heel gewone mensen, en die zeggen: in mijn ziekenhuis gaat het net zo, of op school, of in een bedrijf. De waarde van het werk wordt niet meer bepaald door het nut ervan, maar door de cijfermatige output. Neem de publieke omroep. Vroeger luidde de opdracht aan een programmamaker: volg wat er gaande is in de wereld en maak daarover een uur goede televisie. Nu: je moet 17 procent binnenhalen van de mensen in de leeftijdscategorie 25 tot 40 in het tijdslot van 21.05 tot 22.00 uur. En dat is de publieke omroep. “
Met hoeveel passie en bezieling doe jij je werk?
Onderwijzers zitten in klassen, waar ze gedifferentieerd les moeten geven aan te veel kinderen met een veelheid aan sociaal-emotionele achtergronden(rugzakjes). Ze weten dat dit niet goed is voor de ontwikkeling van het kind, maar ze kunnen niet anders. “Gelukkig” houden zich aan de meetbare doelstellingen van de inspectie van registratie.
Wanneer je echt met ze in gesprek gaat, een diepgaande dialoog start, dan zijn ze in al deze sectoren wel bewust van dit groeiende probleem. Het ene verander- of beleidsprogramma volgt op het andere. Nog meer procedures en voorschriften om risico’s te minimaliseren. Alleen deze organisatiesystemen gedragen zich als levende systemen en laten zich niet voorschrijven door bedachte constructies. Het gevolg hiervan is dat er nog meer problemen ontstaan en dus nog meer regels. Totdat ze volledig out of control zijn. Ze zijn veranderd in amorele systemen met een kil hart, waardoor de passie en bezieling geen plek meer heeft.
Wanneer ik zelf in gesprek ga met deze mensen, dan valt mij iets bijzonders op. Ik hoor 2 totaal verschillende verhalen van dezelfde persoon.
Wanneer ik ze persoonlijk en in vertrouwen spreek, dan vertellen ze mij hun eigen verhaal. Waarom ze ooit voor dit beroep gekozen hebben, wat hun passie en bezieling is. Ook vertellen ze mij hun worsteling. Dat binnen het systeem waarin zij werken geen ruimte meer is voor de liefde voor hun vak. Hun passie en bezieling kunnen ze niet meer kwijt. Je hoort, voelt de pijn en het verdriet dat ze niet meer vanuit hart en ziel hun werk nog kunnen doen.
Soms spreek ik zo ook in een andere context wanneer ze gewoon aan het werk zijn, dan vertellen ze me een ander verhaal. Een verhaal dat zij namens het systeem vertellen. Vaak zijn ze op dat moment niet bewust dat ze anders praten. Ze vertellen mij waarom het zo goed is dat ze het werk doen zoals ze dat doen. Het lijkt wel dat ze zo loyaal zijn aan hun bedrijf, dat ze hun eigen authenticiteit zijn vergeten.
Ik krijg een beeld dat wanneer mensen naar het werk gaan, dat er bij de ingang een locker is, waar ze hun ‘hart’ in stoppen en een soort van uniform eruit halen en die aandoen. Dit uniform zet ze in een korset waarin ze hun werk doen. Ze zitten in een keurslijf en zijn veranderd in een radertje die bijdraagt aan het bedrijf.
Ik heb deze gesprekken gevoerd met boeren, met werknemers in de (jeugd)zorg, met leerkrachten. Ook ik herken hetzelfde patroon. Mensen zijn zo onbewust zo loyaal aan de organisatie waarvoor ze werken, dat ze hun passie gewoon niet meer voelen en dat ze trouw doen wat de organisatie van ze vraagt. Ook wanneer dit amoreel is.
Patiënten in ziekenhuizen voelen zich niet serieus genomen. De arts zit achter een scherm en bepaalt wat de diagnose is en wat voor behandeling daarbij is voorgeschreven. Twee mensen die meer vanuit een protocol, behandelmethode werken, dan dat er echt naar de mens achter de mens gekeken wordt.
Joris Luyendijk: "Supermarkten knijpen leveranciers af, opdrachtgevers betalen freelancers onvoldoende, zorginstellingen hanteren de stopwatch - degenen die dat uitvoeren, hebben waarschijnlijk het gevoel dat ze geen keuze hebben."
Organisatiekosten blijven toenemen, terwijl de kwaliteit van dienstverlening achteruit gaat. De volgende reorganisatie is aanstaande, waarin nog meer regels worden ingevoerd. Meer en meer veranderen medewerkers in robots. Mensen die alleen dat doen wat van ze gevraagd wordt. Terwijl passie en bezieling keihard staat te bonken op de wanden van de lockers.
In de 20e eeuw gingen mensen vol trots naar hun werk. Tegenwoordig willen mensen vooral vanuit huis werken.
Boeren die als geen ander weten, hoe ze goed met de natuur omgaan, omdat ze leven van de natuur. Die boeren putten de grond uit en kiezen voor intensieve veeteelt, omdat ze hier door de marktwerking en regelgeving toe gedwongen worden. Het voelt voor hun dat ze geen andere keus hebben.
Hoe komt dat niemand hier iets aan kan doen? De kernoorzaak is dat wij organisatie behandelen als rationele economische systemen in plaats van levende systemen.
Organisaties, afdelingen, samenlevingen zijn levende systemen. Dat betekent dat ze een hart en een ziel hebben, dat hun leven een begin en een einde heeft. Levende systemen zijn altijd kwetsbaar. Ze hebben een primair overlevingspatroon van vechten, vluchten of bevriezen, want ze willen zo lang mogelijk in leven blijven.
Een essentieel verschil tussen rationele economische systemen en levende systemen is dat levende systemen de wetmatigheden van de natuur volgen, terwijl rationeel economische systemen gebaseerd zijn op de wetmatigheden van de rationaliteit en economische principes. Deze laatste heeft een lineaire, oorzaak-gevolg structuur.
Levend systemen hebben altijd onderstromen met onder meer systemische wetmatigheden en de vijf ecologische principes van de natuur: biodiversiteit, samenwerking, wederzijds afhankelijk, circulariteit, dynamisch flexibel.
Wat wordt de boodschap van deze blog dat is nog niet duidelijk. Ik hoef niet weer de boven en onderstromen uit te leggen. Wel in gaan op die spagaat waar mensen in zitten. Aan de ene kant je eigen hart volgen en aan de andere kant in dienst worden genomen door het systeem. Wat kun je allemaal doen om hier verandering in aan te brengen (matrix: blijven/vertrekken + rationeel econ./natuurlijk systeem:
Logisch dat medewerkers zeggen: “ik heb al lang geleden mijn passie en bezieling in een kooi weggestopt”. Zolang medewerkers door hun eigen organisatie of bedrijfstak tot deze overlevingsstrategie gedwongen zijn, is het onmogelijk om passie en bezieling daar weer terug te krijgen.
Toch heb je zeker nog 3 opties:
Contact opnemen
Je bericht is verstuurd. Ik neem snel contact met je op.
Hartelijke groet,
Johan de Kleine
Ik wil graag een afspraak maken voor een gratis adviesgesprek.